De geschiedenis van de Gereformeerde kerk in Zuilichem gaat terug tot de negentiende eeuw. In het boek van dr. Smits over de afscheiding in onze streek staat dat op 28 augustus 1835 bij de Nederlandsch Hervormde Gemeente brief binnenkwam waarin 7 personen meedeelden dat ze zich afscheidden van het zogenaamd “Hervormd Genootschap”.

de beginjaren

In de beginjaren waren de “afgescheidenen” uit Zuilichem bij naburige kerken ingeschreven. In 1852 werd Ds. Kok predikant van Zuilichem, in combinatie met Gameren en Poederoijen. Op 30 augustus 1853 richtte de “Christelijk Afgescheiden Gemeente” van Zuilichem zich tot de Koning waarin zij verzocht om erkend en toegelaten te worden “in de maatschappij”. In dit verzoek kwamen namen voor van o.a. van Genderen, Dingemans en van Wijgerden. Bij Koninklijk besluit van 2 december 1853 werd “toelating” verleend, waarbij vermeld werd dat de gemeente de eredienst zal uitoefenen “in het daartoe gestigte gebouw, staande te Zuilichem” in de Dorpsstraat, kadaster sectie A no. 53 (tegenwoordig Molenstraat). In 1875 besloot de kerkenraad de kerk te laten vergroten. Dit was nodig door de grote toeloop van hoorders, waardoor het in het kerkgebouw tijdens de diensten nogal eens benauwd werd. Op de kerkenraadsvergadering van 27 mei 1904 komt de mededeling dat K. Benckhuysen en burgemeester Monhemius grond willen afstaan om een grotere kerk te kunnen bouwen

een nieuwe kerk

Op 8 juni werd toen op een vergadering met de “manslidmaten” besloten tot het bouwen van een nieuwe kerk over te gaan. K. Bijsterveld kreeg opdracht bestek en tekening te maken, met de bepaling in het bestek op te nemen dat wat van de oude kerk nog bruikbaar was, gebruikt moest worden. Bestek en tekening werden besproken en goedgekeurd, een bouwcommissie werd benoemd om de plannen uit te voeren. Op 25 juni 1904 werd de bouw aanbesteed. Van der Ley nam het metselwerk aan en Mans uit Andel het timmerwerk, met inbegrip van het (ver)maken van het meubilair, met uitzondering van de preekstoel. De oude kerk werd 18 juni voor het laatst gebruikt,14 juli werd de eerste steen gelegd door ds. A. Brink en de eerste zondag in november 1904 werd het ” nieuwe, zeer doelmatige en nette kerkgebouw” in gebruik genomen. Tijdens de bouw kerkte men in het achterhuis van Wouter van Brakel.

aanschaf van een orgel

Pas in 1911 wordt er voor het eerst over een orgel gesproken, toen was er de mededeling dat de “jonge meisjesvereniging” collecteerde voor de aanschaf van een orgel, echter in mei 1912 besloot de kerkenraad om financiële redenen niet op het aanbod van een geschikt orgel in te gaan. Wanneer de kerkenraad besloot om er wel één aan te schaffen is niet bekend. In ieder geval werd in 1941 een commissie gevormd die de opdracht kreeg met het voorstel te komen tot aanschaf van een nieuw orgel. Het orgel werd uiteindelijk gekocht bij de fa Spiering in Dordrecht voor f 2600,– en geplaatst op de toen al bestaande galerij achterin de kerk. Later kwam er een nieuw elektronisch orgel. Ook werd een portaal aangebouwd en de preekstoel naar voren geplaatst om ruimte te maken voor een consistorie.

Nieuwbouw

Op vrijdag 4 februari 1994 werd onder muzikale begeleiding symbolisch een heipaal door de kinderen uit de gemeente vanuit de Molenstraat naar de bouwplaats aan de zijlstraat gelopen. De eerste steen van het nieuwe kerkgebouw aan de Zijlstraat werd op 2 juli 1994 gelegd door ds. P.B. Koekkoek. De opening vond plaats op zondag 5 februari 1995.